Ik hoor je nooit, niemals, never klagen

Je bent klein, maar o zo fijn. Ik ben maar wát blij met je. Waar wás je toch al die tijd? Ik kan soms echt niet wachten om bij jou in de buurt te zijn. Hoe dichterbij, hoe beter. Ik vraag veel van je. En toch geef je het me iedere keer zonder pardon. Je doet mega je best. Zalig.

Misschien toch nog een tandje bijzetten? O ja, mmm… Heerlijk. Ooo nee, wacht, doe toch maar wat minder. En zo kan het wel even doorgaan. Ik ben een beetje wispelturig wat dat aangaat. Van hoog naar laag en weer terug naar hoog. En soms ook opnieuw naar laag. Maar je klaagt niet. Nooit. Never. Niemals. Althans ik hoor het niet.

Niemand ziet je. Ik ook bijna niet, maar voelen doe ik je des te meer. Je doet gewoon stilletjes je werk. Dat waardeer ik enorm. En mijn onderlichaam ook trouwens. Of eigenlijk geniet mijn hele lichaam – van top tot teen – van je. Soms sta ik zelfs helemaal in vuur en vlam. Dan doe je misschien iets té zeer je best.

Wat zou ik zonder jou moeten?! Jij, die daar een beetje wit weggetrokken bij mijn voeten staat, ver weggestopt onder mijn bureau. Mijn kleine, dierbare kachel.

P.S. Zeg eens eerlijk: had jij iets anders in gedachten? ????

Lees nog meer blogs van mij.
Heb je hulp nodig bij het schrijven van blogs? Neem dan contact met me op.